Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [28]Ga [dan] heen, [29]eet uw brood met vreugde, en drink uw wijn van goeder harte; want [31]God heeft alrede een behagen aan uw werken. 28. Te weten dewijl gij nog leeft. 29. Dat is, geniet met vreugde hetgeen u God door uw arbeid gegeven heeft. Want Salomo spreekt hier de godzaligen aan. 29. drink uw wijn Dat is, geniet met vreugde hetgeen u God door uw arbeid gegeven heeft. Want Salomo spreekt hier de godzaligen aan. 30. Dat is, met vrolijkheid. Zie Richt.16:25, en 1 Kon.21:7. 31. Te weten, dewijl gij Hem vreest en uw kost wint door de arbeid, waartoe gij geroepen zijt; dienvolgens is het onnodig dat gij u met ijdele zorgvuldigheid kwelt; wees gerust in de voorzienige regering van God en de liefde, die Hij u toedraagt.